
DE NIETS VERHULLENDE
BOEKEN VAN ANNEMARIE
OSTER
HOE ANNEMARIE
DOOR MANNEN WERD GEVORMD EN ZO ZICHZELF WERD
In haar autobiografie ‘Mannen’ neemt acteurstelg Annemarie Oster ons mee op een wervelende reis door haar leven, waarin ze mannen van verschillende pluimage en uit zeer diverse milieus een rol laat spelen. In eerste instantie belicht ze haar drie vaders: de biologische, pleeg- en stiefvader.
Daarna komen minnaars, echtgenoten, vrienden en familieleden aan bod, van grootvader tot en met kleinzoon. Daarbij hanteert ze een luchtige, laconieke toon, maar eronder schemert meer dan eens een schrijnende subtekst.
Met een mengeling van humor, ernst en genadeloze openhartigheid vertelt Oster over haar jeugd, waarin ze ‘dankzij’ haar toneelspelende ouders gedwongen was zich te handhaven in uiteenlopende werelden.
Vanwege gebrek aan houvast werd zij meer dan eens door onzekerheid en eenzaamheid geplaagd. Toch slaagde ze erin zich aan iedere situatie aan te passen.
Het is het verhaal van een naar vaderliefde hunkerend kind en meisje dat zich – ook later – te vaak voegde naar de hebbelijk- en vooral onhebbelijkheden van de mannen op haar pad. Maar dat, ondanks of juist dankzij al deze ervaringen, tenslotte haar eigen weg heeft gevonden.
Mannen is een ontwapenende ode aan vrouwelijke veerkracht, voortschrijdend inzicht en overwonnen gebrek aan eigenwaarde.
ANNEMARIE OSTER,
DE VROUW ACHTER
DE SCHRIJFSTER
Annemarie Oster (1942) werd van jongs af, hoewel gedeeltelijk ondergebracht bij verscheidene pleegouders, omringd door de theater- en mediawereld. Na de Toneelschool in Amsterdam begon ze haar carrière als omroepster bij de VPRO-radio. Ze verwierf al snel bekendheid door een eigen radio-, daarna televisieprogramma waarin ze zangeressen parodieerde en werkte jarenlang mee aan het satirische tv-programma Hadimassa. Daarnaast ontpopte Oster zich als schrijfster. In volgorde van opkomst verschenen: ‘Een moeder van niks’ over het vallen en opstaan van een jonge moeder, de verhalenbundel ‘Hoe moet je kijken?’ en ‘Een vrouw om achterna te reizen’, herinneringen aan haar moeder, de actrice Ank van der Moer. In ‘Mantelliefde’ beschrijft zij de mantelzorg voor haar zieke echtgenoot. Ook was ze jarenlang columniste bij de Volkskrant en theaterrecensente bij HP/de Tijd.
Zojuist verscheen haar ‘verkapte autobiografie’ Mannen. In het voorwoord schrijft zij met de voor haar kenmerkende ironie hoe ze, ‘uit vrees na haar dood niet interessant genoeg te worden bevonden voor een biografie’, dat dan maar zelf doet. Via de mannen in haar leven.
Ook haar epiloogje is luchtig van toon. Hoe ze uiteindelijk de man van haar leven toch nog te pakken kreeg: Frits Rijksbaron. Eindelijk eens geen charmeur, egotripper of kroegtijger, maar een degelijke, serieuze, oersaaie kerel die wars is van seksuele experimenten. Kortom, ten slotte toch nog een echte MAN.
